Monday, February 26, 2007

Beschaafd!

In zijn beruchte Handleiding beschrijft Ödön von Horvath de taal, die zijn personages gebruiken. Het Bildungsjargon. Het was ineens niet meer het gezellige, knusse, dichtbije, warme, gemoedelijke dialect dat in zijn volksstukken gesproken werd. De personages gebruiken het Bildungsjargon, beschaafd, zeg maar. Ze willen hypercorrect spreken en gebruiken daarom woorden en zinnen, die ze niet echt kennen, niet gewoon zijn. Titels van liedjes, citaten uit de bijbel, gezegden,… de taal zit vol onverwachte wendingen. De taal knelt want de sprekers zijn hun taal niet gewoon. Taal is ineens geen communicatiemiddel meer; ze legt het onderbewuste bloot en ontmaskert de leugen van het bewustzijn.

Friday, February 23, 2007

Al mijn stukken
zijn tragedies
ze worden komisch
omdat ze onheilspellend zijn
Dat onheilspellende moet er zijn.
Ödon von Horvath

Thursday, February 22, 2007

Munchen-Wenen-Leuven


Kasimir und Karoline kreeg bij de première de ondertitel Een avond op de Oktoberfeesten. Horvath zette zich daar tegen af. Hij was bang dat het stuk in bvb Berlijn gezien zou worden als: eens goed lachen met die van München en hun Oktoberfeesten. Hij wou niet dat de actieplaats de inhoud naar beneden zou trekken: "K&K is een ballade vol stil verdriet over Kas en zijn lief; de humor mildert door de alledaagse herkenbaarheid". Toen het stuk later in Wenen opgevoerd werd, liet de regisseur het in het Weense Prater plaatsvinden. Voor de dichtbijheid. Daarom zetten wij het op Marktrock.
Soms wilt ge zo heel graag,
vliegen,
hogerop,
zo heel graag,
en dan doet ge alles,…
en ge vliegt,…
maar ge kunt geen dingen doen,…
ge kunt geen dingen doen die niet bij u passen,…
en dan valt ge naar beneden,
ge komt terug …
met geknakte vleugels…
en ge blijft liggen…
en het leven gaat voort,
alsof ge nooit hebt gevlogen.
Karo

Thursday, February 15, 2007

En dan nu muziek!


Een poort in een oude, industriële buitenwijk van Mechelen, een lange gang vol bouwmateriaal, waar leidt dit naartoe? We vinden een hok -met een isomoplafond- en daar komt ineens muziek uit zoals we het graag horen. Ja, we hebben een muziekgroep die Kas en Karo een live-Marktrockkleur zal geven. Het is een coverband, ze slingeren zich vlotweg tussen verschillende muziekgenres en willen de volgende maanden graag extra nummers instuderen om deze theateruitdaging aan te gaan. Silicon Carne, zo heten ze. Aanstekelijk enthousiast! Geweldig.

Monday, February 5, 2007

Alles komt terug


Frans omzeilt het achtste gebod: hij steelt. Zijn lief Sandra en Kas gaan mee om de wacht te houden. "En loop een beetje heen en weer als een verliefd koppel dan valt dat niet zo op", zegt Frans. Heen en weer? Dat is ook een toneelstuk van Horvath: mijn eerste regie bij Toneel Heverlee, honderd jaar geleden. Jan Uytterhoeven zal zeker nog weten dat hij daarin onder een sterrenhemel een liedje over de sterren zong. Sterren! De sterrenhemel! Dat blijkt in dit stuk ook de troost te zijn voor Sandra: "Als ik me niet goed voel, dan denk ik altijd: wat is een mens vergeleken bij een ster, en dan voel ik me weer beter".

Saturday, February 3, 2007

Kas en Karo, een compositie



Kas en Karo is een ruwe diamant met onverwachte slijpvlakken. In elke scène zit een aanvaring tussen twee temperamenten, in elke dialoog verandert een personage. Horvath componeert zo een stuk met stiltes. Zo’n adempauze is een strijd tussen bewustzijn en onderbewustzijn.
Met de woorden van Horvath: "Het resultaat van de synthese tussen ernst en ironie is de ontmaskering van het bewustzijn". En als we dan het woord bewustzijn even verklaren: dat is het erkennen van het bestaan van de dingen en zichzelf.
Dat gebeurt het hele stuk door.
Peter Handke zegt over Kas en Karo: "Iedere zin kwetst, breekt de in ons dichtgevroren zee open"
Ik verbaas me er nog elke repetitie over. Hij heeft meer dan gelijk!

"Het theater geeft de bezoeker een
uitlaatklep voor zijn boze drijfveren
doordat ze meeleven…
bij mij leven ze niet mee
maar botsen er op. "
Ödon von
Horvath

Karo, het kermisliefje


Horvath zit vaak op de kermis. Kasimir und Karolin speelt zich in de jaren dertig op de Oktoberfeste af. Ik heb de indruk dat hij houdt van die wereld waarin alle dimensies scheef getrokken zijn en anders in mekaar zitten.

Karo is het Kermisliefje en dat begrip staat bij Horvath ergens voor.
Het woord kermisliefje is zeker uitgevonden door een man; het verlangen van het kermisliefje wordt zelden gerespecteerd. Rond het kermisliefje ontstaat een mechanisme: niet tegen te houden, recht naar de afgrond.

Het kermisliefje wil vrolijkheid, de kermis moet blijven duren, gewoon voor het plezier. Ze laat haar familie, haar milieu, haar verloofde achter en gaat zonder doodsverachting haar weg samen met mannen die ze niet kent.

Dat vinden de mensen rondom haar niet fijn, ze geraken in verwarring. Maar het onvoorkoombare gebeurt, de rust herstelt en het kermisliefje is uitgeschakeld. In sprookjes krijgt een kermisliefje een prins, in werkelijkheid verzinkt ze in het niets als de kermis ophoudt. Ze eindigt met geknakte vleugels en niemand kijkt nog naar haar.

Kas en Karo Kort


Het is Marktrock. Kas en zijn vriendin Karo gaan er met verschillende gevoelens naar toe. Kas is net ontslagen bij de Stella en dat drukt op hem.
Karo wil fuiven en tegelijk graag wat hogerop geraken, tenminste in de VIP binnengeraken. Ze heeft geluk want een televisiebaas en een Europees adviseur voor de media zijn net op meisjesjacht.

Kas kan uithuilen bij vrienden, bij Frans en Sandra. Frans is een handige jongen, die er iets op gevonden heeft om vlug geld te verdienen zeker als er BV’s in de buurt zijn. Dit kan niet goed aflopen, zeker niet als je weet dat Ödön von Horvath zijn stuk een behoorlijk cynische ondertitel meegaf 'En de liefde houdt nooit op', een rechtstreeks citaat uit de eerste brief van de apostel Paulus aan de Korinthiërs - ook vandaag nog een klassieker in elke huwelijksmis. Als je Kas en Karo gezien hebt, zal je deze zin heel anders invullen; die liefde is bij Horvath ongrijpbaar, een soort virus, dat zijn eigen weg baant en op zijn pad veel slachtoffers achterlaat in een landschap vol BV’s en andere menselijke gedrochten.
Horvath schreef zijn volksstuk in de jaren dertig op de Oktoberfeesten in München. Het past ook perfect op Marktrock: hilarisch, ja, maar tegelijk griezelig, hard, niets ontziend,… Een groëte fooaf in t midden van de stad.